ISKCON leiders prediken “levende goeroe” hoax

Een hoax heeft per definitie geen inhoud en is gebaseerd op leugens en verzinsels. De grote goeroe hoax wordt duidelijk op momenten dat ISKCON leiders proberen uit te leggen waarom niemand Srila Prabhupada als initiërende goeroe kan hebben in de toekomst, terwijl zijn duidelijke en ondertekende instructie het tegenovergestelde aangeeft. Het meest gebruikte argument is dat de Goeroe “levend” en “fysiek aanwezig” moet zijn, terwijl Srila Prabhupada nu “dood” en “opgevolgd” is. Zoals onderstaand kan worden gezien staat deze materialistische kijk op de bonafide geestelijk leraar compleet haaks op de onderwijzingen van Srila Prabhupada.   

 ISKCON leiders spreken ISKCON oprichter-Acarya tegen!

ISKCON goeroes:	Srila Prabhupada:
Krsna Ksetra Das, ISKCON-gekozen Goeroe: Helaas voor ons allemaal is Srila Prabhupada niet fysiek aanwezig en hij kan daarom niemand meer diksha geven.” (Co-schrijver, GBC Sastruc Advisory Council paper, 2003)	“De potentie van het transcendentale geluid is nooit verminderd als de spreker schijnbaar afwezig is.” (S.B. 2.9.8, betekenisverklaring) “Het ontvangen van spirituele kennis is nooit afhankelijk van materiële voorwaarden.” (S.B. 7.7.1, betekenisverklaring)
ZH Sivarama Swami, ISKCON-gekozen Goeroe: “De wet van de geestelijke erfopvolging is dat men een levende geestelijk leraar benadert - levend in de zin van fysiek aanwezig zijn.” (ISKCON Journal Gaura Purnima 1990, p31)	“Dus ook al is het fysieke lichaam niet aanwezig, de vibratie moet worden geaccepteerd als de aanwezigheid van de Geestelijk Leraar, vibratie. Wat we hebben gehoord van de Geestelijk Leraar, dat is levend.” (SP Reguliere lezingen, 69/01/13)
ZH Hridayananda das Goswami, zelf geautoriseerde ISKCON Goeroe: “Srila Prabhupada beschouwde zijn fysieke aanwezigheid als erg belangrijk wat betreft de geestelijke erfopvolging.” (Co-auteur van de GBC-paper ‘Prabhupada’s Order’)	“Dergelijke associatie met Krsna en de Geestelijk Leraar zou moeten bestaan uit associatie door vibratie, niet fysieke aanwezigheid.” (Elevation to Krsna Consciousness, BBT 1973, p.57.) “Ook al is er fysiek een afstand, zijn we spiritueel niet gescheiden. We moeten ons alleen bekommeren om deze spirituele connectie.” (Brief aan Gaurasundara, 13/11/69)

Ga terug naar IRM Homepage