Het standpunt van de IRM is gebaseerd op Srila Prabhupada's woorden. Het kan derhalve niet worden uitgedaagd. Dat het onmogelijk is om het standpunt van de IRM uit te dagen, wordt bewezen door een gebruikelijke reactie van de ISKCON leiders wanneer ze worden geconfronteerd met het standpunt van de IRM.
Niet antwoorden maar in de aanval gaan
In plaats van een antwoord geven op het standpunt van de IRM, dat wordt ondersteund door bewijs afkomstig van Srila Prabhupada, doen ISKCON leiders het volgende:
1) Ze beweren dat de IRM “overtredingen” en "vaisnava-aparadha" begaat, en dreigen met negatieve spirituele consequenties als gevolg daarvan.
2) Ze vallen degenen aan die IRM’s standpunt vertegenwoordigen.
3) Ze concluderen derhalve dat er niet geluisterd moet worden naar het standpunt van de IRM, of dat het niet correct kan zijn.
Enkele voorbeelden hiervan uit eerdere edities:
a) De door ISKCON GBC-gekozen goeroe ZH Kripamoya Dasa dreigt dat de IRM zich bezig houdt met “overtredingen” en dat het risico loopt om naar de “hel” te gaan (BTP 37, "Book Exposes Force Desperate Response").
b) ISKCON GBC-verkozen goeroe ZH Jayadvaita Swami beweert dat de auteur van de BTP wel fout moet zitten in tegen stelling tot de GBC, aangezien hij slechts een “Gujarati jongen” is (BTP 34, "Determining the Truth").
c) Een vertegenwoordiger van ISKCON Nairobi beweert dat de auteur van de BTP een "demoon" is vanwege zijn “Westerse achtergrond” en het missen van een “Indiase achtergrond” (BTP 37, "ISKCON's Racial Arguments Continue").
Voorspelbare reactie
Een ander voorbeeld van de tactiek om in de aanval te gaan, vond plaats toen een toegewijde het bekende overzicht van BTP 50 plaatste waarin waaruit duidelijk wordt dat ISKCON afwijkt (www.iskconirm.com/50). ISKCON GBC-verkozen goeroe ZH Jivananda Dasa ("JD") antwoordde daarop:
a) "idioten die overtredingen begaan en waarvan de enige bijdrage aan de beweging van Heer Caitanya en Srila Prabhupada's missie is om “vaishnava aparad" te plegen.”
b) "Dit is de grootste fout die je kunt maken. Dit zal je een ergere negatieve reactie geven dan alle zonden die je in miljoenen levens zou kunnen begaan.”
c) "De Rtviks openen GEEN tempels, maken geen toegewijden, associëren niet met heilige personen en verspreiden ook geen grote aantallen boeken van Srila Prabhupada.”
d) "Vertel alsjeblieft op welke wijze jouw opinie meer waard is dan de poep die honden op straat achterlaten?”
(JD, Social Media, 2/5/16)
De IRM herhaalt de instructie van Srila Prabhupada omtrent het in het leven roepen van rtvik vertegenwoordigers, zodat initiaties binnen ISKCON namens hem kunnen doorgaan. ISKCON leiders gebruiken de term “Rtviks” daarom om te verwijzen naar degenen die IRM’s standpunt vertegenwoordigen.
Aandragen van feiten
Aangezien een dergelijke aanval op het standpunt van de IRM steeds gebruikelijker wordt, weerleggen we dit onderstaand uitgebreid via 10 punten:
1) Srila Prabhupada verklaart:
“Onjuiste argumenten kunnen worden overwonnen door het aandragen van feiten."
(SB, 1.9.27)
Hij verklaart niet dat een onjuist argument kan worden overwonnen door ‘een aanval op de persoon die het argument aandraagt’. Als de IRM derhalve werkelijk onjuiste argumenten zou aandragen, dan zouden deze argumenten moeten worden beantwoord door het “aandragen van feiten”.
2) Een fout vinden in een persoon wilt niet zeggen dat het argument fout is. Als men een fout kan vinden in het argument van de IRM zou men dat aantonen in plaats van zich verschuilen achter aanvallende afleidingsmanoeuvres.
3) Zulke afleidingsmanoeuvres van de ISKCON leiders zijn een ander voorbeeld van het ‘Prabhupada vrije denken’. Om de waarheid te achterhalen wordt niet Srila Prabhupada geciteerd, maar halen ze er juist allerlei andere dingen bij.
4) De feiten zijn niet afhankelijk van de persoon die ze aandraagt. Als een dronkaard beweert dat Krishna God is, wordt dit argument niet als foutief verklaard omdat de persoon dronken is. Het kan juist alleen bepaald worden door het feitelijk nagaan van de bewering, en niet door het onderzoeken van de persoon die het aandraagt.
5) ISKCON leiders accepteren dat rtviks het bij het correcte eind hebben over de meeste leerstellingen van het Gaudiya Vaisnavisme, zoals de positie van Krishna, Heer Caitanya, de Heilige Naam, etc.. Dit betekent dat het niet uitgesloten is dat rtviks de waarheid verkondigen.
6) Sommige activiteiten vereisen specifieke vaardigheden. Echter de enige vaardigheid die is vereist om Srila Prabhupada’s instructies na te gaan, is de vaardigheid om te kunnen lezen. Op pagina 3 van dit tijdschrift staat bijvoorbeeld beschreven dat een ISKCON leider verklaart dat een bonafide goeroe afwijkt, en daarna staat beschreven dat Srila Prabhupada verklaart dat een bonafide goeroe nooit zal afwijken. Meer is het niet.
7) Zelfs als de “rtviks” hypocriet zijn en zelf niet Srila Prabhupada volgen, is dat geen reden om hun verklaringen als onwaar te bestempelen. Als iemand bijvoorbeeld verklaart dat Krishna geaccepteerd moet worden als God, maar zelf Krishna niet volgt, maakt dat zijn bewering niet minder waar.
8) Men heeft toegegeven dat de gehele ISCKON leiding een decennium lang in “maya” was toen zij het onjuiste “zonale-acarya” stelsel hadden ingesteld binnen ISKCON (de grote goeroe hoax deel 1). Deze verklaring door de hoofdauteur staat in Back to Godhead #25-01, 1991. Dit betekent dat het niet altijd waarschijnlijk is dat de leiders van ISKCON het beter weten dan anderen.
9) Ten tijden van het zonale acarya stelsel werden dezelfde tactieken gebruikt om de oppositie onder controle te houden – er werd verklaard dat de zonale acarya’s fantastisch predikwerk verrichtten (er werden meer boeken verspreid dan hedendaags), terwijl de oppositie dit niet deed. Toch was het zonale acarya stelsel verkeerd. Het zichtbaar “prediken”, of een gebrek daarvan, garandeert niet of iemand goed of fout zit.
10) Het persoonlijk aanvallen in plaats van een reactie geven op het standpunt van de IRM, kost nog steeds tijd en inzet. Een gebrek aan tijd of interesse is dan ook geen geldige reden om geen reactie te geven op het standpunt van de IRM.
Conclusie
Alleen een feitelijk onderzoek van een verklaring kan duidelijk maken of een verklaring waar of onwaar is – niet het onderzoeken van de kwalificaties van de persoon die de verklaring uitspreekt. Zulke irrationele, emotionele en ontwijkende reacties van ISKCON leiders kunnen worden verwacht, aangezien IRM’s standpunt is gebaseerd op Srila Prabhupada’s woorden en daarom niet kan worden uitgedaagd. Gefrustreerd dat zij IRM’s standpunt niet kunnen beantwoorden, worden ISKCON leiders derhalve gedwongen om zich te verschuilen achter zulke non-antwoorden. Als het standpunt van de IRM echter niet wordt beantwoord, blijft het onbestreden, en zijn ISKCON leiders automatisch verslagen door hen gebruik van zulke ontwijkende tactieken.
Ga terug naar Jivananda Dasa Index
Ga terug naar IRM Homepage