Terug naar Prabhupada, uitgave 25, herfst 2009
Vergelijk de volgende verklaringen eens:
“ Swamiji heeft de atmosfeer eerst opgeschoond. De fundering gelegd…. door het prediken van de Gita… hij heeft het voorbereid. Het was erg belangrijk werk… dus hij heeft de taak gedaan die toen nodig was in de wereld … hij heeft dat gedaan, maar heeft niet alles gegeven. Het was alleen de basis […] Maar… dat hebben we niet ontvangen… hij kon zijn werk niet afmaken.”
(Lezing, 19 september 1994)
“Srila A.C. Bhaktivedanta Swami Prabhupada zei, “Alles staat in mijn boeken.” Hij heeft alles gegeven, maar hij heeft alleen het zaad geoogst, alleen een hint gegeven. Nu moet je dieper en dieper gaan, naar de diepste regionen, daar zijn de kostbare sierraden. Prabhupada’s betekenisverklaringen hebben een uitleg nodig.”
(Voorwoord, Mathura ontmoet Vrindavan)
De persoon die de eerste verklaring heeft gegeven, wordt door de GBC leiding van ISKCON beschreven als:
“… een boef, een getalenteerde bedrieger, die vele mensen heeft , verleid, verdreven en misleid.”
(Ravindra Svarupa Das, Taking Srila Prabhupada Straight, 1998).
De persoon die de tweede verklaring deed, en dezelfde filosofie predikt – dat Srila Prabhupada alleen een incomplete presentatie van het Krishna bewustzijn heeft gegeven – wordt door de GBC tegelijkertijd geprezen als:
“een groot toegewijde van Heer Caitanya Mahaprabhu en Srila Prabhupada”
en dat zijn:
“zijn dag van heengaan wordt elk jaar in acht genomen in ISKCON, GBC en de BBT kalender”.
(GBC resolutie 704, 1996)
De persoon die de eerste uitspraak deed is ZH Narayana Maharaja, terwijl de tweede opmerking afkomstig is van ISKCON goeroe ZH Gour Govinda Swami, die elk jaar op zijn verdwijningdag wordt vereerd door de hele ISKCON beweging.
Het is ironisch dat hetzelfde GBC lid dat Narayana Maharaja bovenstaand demoniseerde, hem een aantal jaar geleden nog de hemel in prees:
“Narayana Maharaja ondersteunt ISKCON en haar toegewijden, en aan zijn oordeel en beoordelingsvermogen wordt veel waarde gehecht.”
(Ravindra Svarupa Das, ISKCON Journal, 1990)
Nadat Srila Prabhupada door de GBC is verwijderd als diksa goeroe, heeft de GBC duidelijk geen moeite om hun eigen “goeroes” en “voorstanders” te bestempelen als grote Vaishnava’s, of om hun te beschrijven als grote demonen, zelfs als zij dezelfde anti- Prabhupada filosofie prediken – de GBC kiest voor hetgeen hun ongeautoriseerde goeroestelsel in stand houdt. Dit staat lijnrecht tegenover de filosofie van de IRM, aangezien we vanaf het begin één onveranderde lijn van de guru-tattva filosofie prediken:
SRILA PRABHUPADA IS ONZE WERKELIJKE GOEROE – ACCEPTEER GEEN VERVANGERS
Terug naar homepage