"Waarom preekt u niet tot de karmi's* om toegewijden te worden, maar preekt u tot de toegewijden om uw volgelingen te worden? Kunt u dat uitleggen? Ga preken tegen de karmi's, tegen de impersonalisten, tegen de Mayavadi's**, zij zijn zeker veel erger dan de toegewijden van ISKCON. Waarom preekt u niet tegen hen?"
- Nadia Prakash Dasa, Varna, Bulgarije
* Materieel ingestelde werkers
** Aanhangers van een onpersoonlijke, atheïstische filosofie
Dit is een veelgehoorde kritiek aan het adres van de IRM- waarom is onze missie enkel gericht op toegewijden in plaats van op het publiek - en daarom zullen we die vraag hier in detail beantwoorden. (Alle benadrukkingen zijn toegevoegd.)
1) We preken niet tot de toegewijden dat ze onze volgelingen moeten worden. We vragen hen om Srila Prabhupada's volgelingen te worden, want dat is wat ze horen te zijn, in plaats van volgelingen van ongeautoriseerde, afwijkende goeroes die zijn beweging hebben gekaapt voor hun eigen winst, aanbidding en onderscheid. Srila Prabhupada vestigde zichzelf als de Stichter-Acarya en dus als enige geautoriseerde diksa goeroe van zijn Sociëteit en gaf nooit opdracht aan opvolgende diksa goeroes om hem te vervangen.
2) Srila Prabhupada stelde dat prediking aan toegewijden voorrang moest krijgen op prediking aan "karmi's", om er zeker van te zijn dat de toegewijden "perfect" opgeleid worden in de filosofie van Krishna-bewustzijn:
"Ja, je hebt het juiste idee als je zegt dat je prediking gericht moet zijn op de kinderen en de toegewijden en niet zozeer op het publiek van Dallas. We kunnen de melk verdunnen tot ze nutteloos wordt, of we kunnen haar koken tot ze dik en zoet wordt. We hebben nu genoeg volgelingen hebben. Laten we hen perfect opleiden in de filosofie en de activiteiten van de Krishna-bewuste levenswijze. Tenzij al mijn studenten zeer gefixeerd raken in hun spirituele vooruitgang, wat is dan het nut van zoveel programma’s gericht op uitbreiding?"
(Srila Prabhupada Brief, 20/6/72)
3) Srila Prabhupada noemde dit proces "het koken van de melk". Hij waarschuwde dat tenzij de toegewijden "zeer grondig" onderwezen waren in de kennis van Srila Prabhupada's leringen, de hele zaak verloren zal gaan:
"Nu hebben we zoveel studenten en zoveel tempels, maar ik ben bang dat als we te veel uitbreiden op deze manier, dat we dan verzwakken en geleidelijk zal de hele zaak verloren gaan. Net als melk. We kunnen het meer en meer verdunnen met water om de klant te bedriegen, maar uiteindelijk zal het ophouden melk te zijn. Laten we ons dus concentreren op het zeer grondig trainen van onze toegewijden in de kennis van Krishna-bewustzijn uit onze boeken, van tapes, door altijd te discussiëren, en hen op zoveel manieren onderwijzen in de juiste stellingen."
(Srila Prabhupada Brief, 22/6/72)
4) In de laatste bijeenkomsten die Srila Prabhupada had met de GBC, benadrukte hij, met betrekking tot de leiders, opnieuw de noodzaak om ervoor te zorgen dat de "melk gekookt was" Hij verklaarde dat hoewel GBC-leden vroeger niet erg gevorderd hoefden te zijn, het nu belangrijk was dat ze allemaal "als een acarya" moesten zijn:
Tamala Krsna: "in het verleden zijn sommige GBC-ers gevallen..." [...]
Srila Prabhupada: "Ze moeten allemaal ideaal zijn zoals een acarya. In het begin deden we het om het werk gedaan te krijgen. Nu moeten we heel voorzichtig zijn. Iedereen die afwijkt, kan vervangen worden."
(Conversatie, 28/5/77)
Uit deze instructies kunnen we het volgende concluderen:
a) Zodra er wereldwijd genoeg toegewijden waren gemaakt, gaf Srila Prabhupada toestemming om zich te concentreren op het preken tot de toegewijden, ten koste van het maken van nieuwe toegewijden, om er zo zeker van te zijn dat ze de filosofie correct begrepen. Srila Prabhupada deed dit ondanks dat degenen die geen toegewijde waren "veel slechter" waren dan degenen die in ISKCON waren.
b) Srila Prabhupada wilde dat dit slechts 6 jaar na de oprichting van ISKCON zou gebeuren en in een tijd dat de beweging nog niet eens filosofisch op grote schaal aan het afwijken was.
c) Srila Prabhupada's profetie dat als dit niet gedaan werd "geleidelijk aan de hele zaak verloren zal gaan" werd bewaarheid. Want naast het feit dat het een nep goeroecultus is, wijkt de beweging vandaag op vele andere manieren filosofisch op grote schaal af - zie hier voor het bewijs.
Bijgevolg, gezien de bovenstaande feiten, is de zeer grote nood dat toegewijden "perfect" onderwezen worden in de filosofie van Krishna-bewustzijn, zoals Srila Prabhupada het wilde, meer dan gerechtvaardigd en toegestaan door Srila Prabhupada in de huidige grootschalige afwijkende omstandigheden. De IRM legt daarom de filosofische afwijkingen bloot die in Srila Prabhupada's naam gepleegd worden.
|
Srila Prabhupada onthult het
allerhoogste geheim |
5) Als we toegewijden de juiste filosofie van Krishna-bewustzijn zouden helpen onthullen, zouden we ook het hoogste goed doen:
"Voor iemand die het allerhoogste geheim uitlegt aan de toegewijden, is toegewijde dienst gegarandeerd, en aan het einde zal hij tot Mij terugkomen. Er is geen dienaar in deze wereld die Mij dierbaarder is dan hij, noch zal er ooit een zijn die Mij dierbaarder is."
(Bg., 18.68-69)
6) Bovendien heeft zelfs de door de GBC gekozen goeroe Zijne Hoogheid Bhakti Vikasa Swami opgemerkt dat ISKCON zelf corrupt geworden is door "Mayavada" en "sahajiya"* invloeden:
"Dus toen dacht ik, nou dat is, weet je, dat laat gewoon zien dat onze beweging een sahajiya beweging is [...] Maar het is moeilijk om mensen te trainen binnen de huidige ISKCON gemeenschap wanneer er al deze Mayavada en sahajiya invloeden zijn. Ik bedoel bijvoorbeeld, er zijn duizenden dingen die we zouden kunnen zeggen."
(BVKS-lezing, 24/8/11)
* Pseudo-toegewijden
Dus, door te prediken binnen ISKCON zouden we in ieder geval ook prediken tegen "Mayavada" .
7) Veel toegewijden die zich vandaag aansluiten bij ISKCON geloven dat ze Srila Prabhupada's leer volgen door het ongeautoriseerde goeroe-systeem van de GBC te volgen. Dat dit goeroe-systeem ongeautoriseerd is, wordt toegegeven door de GBC zelf - zie de artikels op pagina 5 en 6. Deze toegewijden denken oprecht dat ze Srila Prabhupada's ware leer al hebben omarmd en dus teruggaan naar God. Als we hen dus niet informeren over Srila Prabhupada's eigenlijke instructies om hem als hun diksa guru te aanvaarden, zullen ze voor altijd in onwetendheid blijven en mogelijk hun afwijkende guru's naar de hel volgen:
"Evenzo gaan zij die mensen misleiden naar de hel, en hun volgelingen gaan met hen mee."
(SB, 6.7.14)
"De pseudo-spirituele leraar vleit de zogenaamde discipel, en daardoor gaan zowel de leraar als zijn afdeling zonder twijfel naar de hel."
(SB, 1.19.37)
Daarom moeten we, gezien het ongeluk van zulke mensen, hen helpen.
8) Afgezien van de noodzaak om toegewijden te helpen, zodat ze niet gedoemd zijn tot onwetendheid en spiritueel verloren gaan, is het als discipelen van Srila Prabhupada onze plicht om hem te verdedigen en te prijzen. Srila Prabhupada's positie is gekaapt, hij wordt belasterd en zijn nalatenschap en naam worden gebruikt om een enorme hoax te bedrijven en iedereen te bedriegen. Elke uitgave van BTP documenteert al deze dingen en meer. Als we Srila Prabhupada in zo'n nijpende situatie niet verdedigen, wie zal dat dan wel doen? Srila Prabhupada zegt:
"Stel dat ik hier ben en iemand vermoordt me, en als jullie niet protesteren, is dat dan een heel goede zaak? Zullen mensen niet verbaasd zijn? Zoveel discipelen en niemand die iets doet terwijl deze man wordt gedood?"
(Srila Prabhupada Lezing, 27/10/74)
Srila Prabhupada's beweging is de laatste 46 jaar spiritueel gedood, en het gaat maar door. Dus hoe kunnen we niet protesteren en niet iets doen? Daarom kan geen enkele echte discipel van Srila Prabhupada toekijken en toestaan dat dit bedrog doorgaat in Srila Prabhupada's naam. Als discipelen handelen we hier daarom tegen. Dit alleen al is genoeg om ons ertoe aan te zetten een eenduidige 'tunnelvisie' te hebben om alleen maar bezig te zijn met vechten in naam van Srila Prabhupada.