ijdens een lezing gegeven in ISKCON Alachua, VS, op 9/4/23, werd de door GBC- verkozen goeroe ZH Trivikrama Swami ("TKS") geconfronteerd met de IRM-leden Jayananda Dasa en Krsna Bhakta Dasa en anderen. Alle citaten in gearceerde vakken komen uit deze lezing. (Benadrukkingen zijn toegevoegd)
Toen TKS werd uitgedaagd over de kwestie van gevallen goeroes, waarvan ISKCON er vele heeft gehad, antwoordde TKS:
"Prabhupada zegt dit: als je een goeroe aanvaard hebt en je komt erachter dat hij nep is, [...] dan heb je het recht om naar hem toe te gaan en hem te vertellen dat je het vertrouwen in hem verloren hebt en het advies is dat je een tijdje moet wachten. Als hij het dan niet rechtzet, hij heeft nog steeds ongeoorloofde seks of zoiets, dan kan je hem verwerpen zodat je een bonafide goeroe kan aanvaarden. Dat is precies wat Prabhupada zegt over dit onderwerp. Ik heb al het materiaal, ik heb dit al uitgezocht".
TKS beweert heel nadrukkelijk en absoluut dat Srila Prabhupada onderwees dat als men erachter komt dat zijn goeroe nep is, men hem niet moet afwijzen. In plaats daarvan moet men eerst "een tijdje wachten" om te zien of hij zichzelf zal "rectificeren". TKS beweert:
1) Dat dit "precies is wat Prabhupada zegt".
2) Dat hij dit weet is een feit omdat hij "al het materiaal" heeft dat hij al heeft "uitgezocht".
De zeer precieze beweringen 1) en 2) hierboven, betekenen wel dat TKS schaamteloos aan het liegen is als blijkt dat Srila Prabhupada niet heeft gezegd wat TKS beweert.
1) Een dergelijke uitspraak is niet feitelijk gedaan door Srila Prabhupada. Men kan alle leringen van Srila Prabhupada doorzoeken en men zal niets vinden dat ook maar in de buurt komt van wat TKS dogmatisch beweerde dat "precies gezegd" was door Srila Prabhupada.
2) Als bewijs van dit feit wordt TKS later in de lezing betrapt dat hij accepteert dat Srila Prabhupada dit niet onderwees. Hij geeft toe dat hij maar één referentie heeft voor dit vermeende onderricht, en dat is uit een boek dat niet eens door Srila Prabhupada genoemd wordt:
Adikarta Dasa: "Ik kan me de naam van het boek niet herinneren, van een toegewijde genaamd Narahari*, hij zei dat als je goeroe valt, je hem een kans geeft om zichzelf te rectificeren, en als hij zichzelf niet rectificeert, zoek je een andere goeroe."
TKS: "Ja, dat is ook de enige referentie die ik ken."
*Sri Krishna-Bhajanamrta door Narahari Sarakara.
Kortom TKS gebruikte Srila Prabhupada om gevallen ISKCON goeroes te verdedigen, en loog daarbij schaamteloos over wat Srila Prabhupada zei.
Jayananda Dasa: "Nadat je zoveel vertrouwen hebt gesteld in deze mensen, geconditioneerde zielen, dat ze werkelijk op het niveau van Prabhupada waren, wat is dan de positie nadat ze naar beneden vallen? [...] Wie is de goeroe voor die discipel?"
TKS: "Dat moet je uitzoeken. Lees het boek. Hier is de Bhagavad-gita."
TKS krijgt zeer specifieke vragen over de vele personen in ISKCON van wie hun goeroes zijn gevallen:
a) Wat is de positie van zulke personen met gevallen goeroes?
b) Wie is hun goeroe?
TKS weigert de vragen te beantwoorden en antwoord in plaats daarvan dat men de antwoorden kan vinden door de Bhagavad-gita te lezen.
Maar als we de Bhagavad-gita raadplegen, zoals geadviseerd door TKS:
1) Wordt er niet eens melding gemaakt van nepgoeroes die ten val komen, laat staan van de status van hun voormalige "discipelen".
2) Integendeel, de Bhagavad-gita maaktduidelijk dat zulke "goeroes" die afwijken eigenlijk helemaal geen goeroes zijn:
"Een bonafide spirituele leraar staat in de eeuwige erfopvolging en wijkt in het geheel niet af van de instructies van de Allerhoogste Heer"
(Bg., 4.42, betekenisverklaring)
Kortom, zoals eerder bluft TKS opnieuw, geeft hij een onjuist antwoord en is hij niet in staat of bereid om een vraag te beantwoorden die de goeroehoax waarvan hij deel uitmaakt blootlegt
"Ik wil graag met de rtviks praten. [...] maar laten we dat privé doen en dan kunnen we praten. [...] Als iemand de tijd wil nemen om met mij over deze kwestie te praten, dan ben ik bereid om dat te doen [...] Ik zit op PAMHO [...] Ik zit ook op Gmail [...] deze rtvik mensen schreven dat ze dit Back To Prabhupada magazine zouden uitgeven [...] dus ik schreef hen en ik maakte enkele goede punten, maar ze willen niet serieus praten."
TKS beweert dat met betrekking tot deze verschillende vragen over het goeroe-systeem in ISKCON:
a) Hij is bereid om de kwestie "herhaaldelijk" te bespreken met iedereen, inclusief de "rtviks" (ISKCON leiders' label voor de IRM);
b) Deze discussie moet privé via e-mail worden gevoerd;
c) Hij had al zo'n gesprek met de 'Back To Prabhupada mensen' (IRM) en maakte "enkele goede punten", maar dat wilden we niet serieus met hem bespreken.
|
Trivikrama Swami: Bluft |
Maar nogmaals, laten we de waarheid onderzoeken:
1) Op 12/8/17 e-mailde TKS ons een artikel dat hij had geschreven. Nadat de redacteur van BTP dit artikel met 7 afzonderlijke bewijzen had weerlegd, weigerde TKS te reageren op onze weerlegging van zijn artikel.
2) Toen, één maand later, stuurde hij ons een link naar een video gemaakt door iemand anders, die de positie van de IRM aanviel door Srila Prabhupada aan te vallen. We antwoordden toen aan TKS dat we zijn voortdurende niet-reactie zouden aanvaarden als zijn nederlaag en dat we de correspondentie zouden blootleggen in een toekomstige uitgave van BTP. Pas na dit "dreigement" werd TKS overgehaald om te proberen te reageren op onze weerlegging van zijn artikel. In zijn reactie maakte TKS echter nog steeds duidelijk dat hij niet meer wilde reageren, voor het geval we zijn antwoord opnieuw zouden weerleggen:
"Ik ben niet geïnteresseerd in het debatteren over deze kwestie ad nausam op het internet [sic] dus verwacht alstublieft niet dat ik reageer, want ik ben tevreden om de geschiedenis te laten onthullen wie gelijk heeft."
(TKS e-mail aan BTP-redacteur, 20/9/17)
In plaats daarvan zei hij dat we in een onderdanige, "niet-uitdagende" stemming moesten gaan luisteren naar de lessen die hij gaf over niet-gerelateerde onderwerpen:
"Als je meer van mij wilt horen in een niet-uitdagende stemming geef ik elke avond les hier in Srila Prabhupada's Iskcon tempel in Orlando. Je bent van harte welkom."
(TKS e-mail aan BTP-redacteur, 20/9/17)
3) Toen moesten we TKS opnieuw overhalen om te antwoorden door te zeggen dat we niet om een "argument" vroegen, maar dat we gewoon vragen stelden. Maar toen we zijn antwoorden weerlegden, in plaats van beantwoorden, onderbrak hij gewoon de discussie volledig door ons te vragen om "Hare Krishna te chanten".
De reden dat TKS de discussie moest afbreken was omdat zijn "antwoorden" werden verslagen door zijn eigen woorden tegen hem te gebruiken. TKS maakte twee punten:
1) Dat Srila Prabhupada volledig gestopt was met inwijden op 18 oktober 1977.
2) In plaats daarvan hadden de 11 rtviks die genoemd werden in de richtlijn van 9 juli 1977, van Srila Prabhupada de opdracht gekregen om zijn diksa goeroe opvolgers te worden, in zijn fysieke aanwezigheid, op 18 oktober 1977.
Om zijn bewering kracht bij te zetten, beriep hij zich op de autoriteit van ZH Tamala Krsna Gosvami (TKG), die de richtlijn van 9 juli 1977 ondertekende als Srila Prabhupada's secretaris. TKS bracht Tamala Krsna Gosvami's mening naar voren waarin Tamala Krsna Gosvami zou geloven dat de richtlijn alleen geschreven was om van toepassing te zijn tijdens Srila Prabhupada's fysieke aanwezigheid. Aangezien TKS de autoriteit van Tamala Krsna Gosvami volledig aanvaard had, verwezen we hem naar een andere brief die Tamala Krsna Gosvami geschreven had als Srila Prabhupada's secretaris. In die brief verklaart Tamala Krsna Gosvami namens Srila Prabhupada dat:
a) Srila Prabhupada helemaal niet was gestopt met initiëren.
b) Maar hij ging door met initiëren via het systeem van 11 rtviks.
En de clou? Deze brief werd geschreven op dezelfde datum, 18 oktober 1977, waarop Srila Prabhupada volgens TKS precies het tegenovergestelde had gedaan, door te stoppen met initiëren en in plaats daarvan de 11 rtviks instrueerde om te veranderen in diksa goeroes! We vroegen TKS of hij het ermee eens was dat deze brief Srila Prabhupada's wensen communiceerde via zijn secretaris, TKG - en toen onderbrak hij ons plotseling met zijn "Chant Hare Krishna" boodschap!
Hij schept op dat hij graag "herhaaldelijk" kwesties met ons bespreekt via e-mail, en dat hij "een paar goede punten" heeft gemaakt, maar het is juist het tegenovergestelde: de gedocumenteerde waarheid is dat hij onze punten niet kon beantwoorden en probeerde te voorkomen dat hij überhaupt met ons in discussie ging. En toen moest hij helemaal uit de discussie stappen omdat hij verslagen was.
Je hoeft ons echter niet op ons woord te geloven. Je kunt al het bovenstaande controleren door onze volledige e-mailwisseling met TKS hier te lezen.
"Je vindt niet één droom waarin de halskralen worden gegeven, de naam wordt gegeven, dat is diksa goeroe. In onze traditie is er altijd een levende goeroe geweest die je de naam geeft en je de halskralen geeft, en die op je kralen chant, en dus doe je dat niet in een droom."
TKS maakt twee punten:
1) Hij beroept zich op "traditie" als de autoriteit om de waarheid over de diksa goeroe te bepalen.
2) En deze waarheid is een "levende goeroe" die de ingewijde "altijd" zijn naam en halskralen zal geven en op zijn kralen zal chanten.
1) TKS had echter al het gebruik van "traditie" verworpen als de reden om te bepalen wat er in ISKCON gedaan moet worden:
"Wat je mist is Srila Prabhupada's unieke positie, en het feit dat hij gemachtigd was om voor het eerst in de geschiedenis een Vaisnava-instituut op te richten dat een blijvend centraal gezag heeft."
(TKS, 'Vragen & Antwoorden', 25/1/09)
TKS stelt derhalve dat ISKCON zelf volledig ontraditioneel is.
2) We weten ook dat er niet altijd een "levende goeroe" is geweest die een ingewijde zijn naam, halskralen gaf en chantte op zijn kralen. Het chanten op kralen werd in ISKCON al vanaf 1973 gedaan door vertegenwoordigers, in plaats van de diksa goeroe, Srila Prabhupada. Terwijl na 9 juli 1977 het geven van een naam en nekkralen aan een ingewijde, en ook het chanten op de kralen, gedaan werd door rtvik vertegenwoordigers en de Tempelpresident, die samen alle initiatieprocedures afwerkten. Srila Prabhupada, de diksa goeroe, was helemaal niet betrokken bij de uitvoering van de inwijdingsformaliteiten. Dit alles is gedocumenteerd in de richtlijn van 9 juli 1977.
Krsna Bhakta Dasa: "Je speelt Russische roulette, want het lijkt erop dat minstens 80%, zo veel, van alle goeroes in de beweging zijn gevallen, weet je... dus waar is je garantie?" [...]
TKS: "Er is geen garantie."
TKS stelt dat er geen garantie is met betrekking tot goeroes. Maar Srila Prabhupada stelt dat er een garantie is zolang de goeroe te goeder trouw is. En dat we alleen zo'n echte gegarandeerde goeroe moeten benaderen, in plaats van Russische roulette te spelen met de ISKCON goeroes:
"Als iemand een bonafide spirituele leraar krijgt [...] is zijn perfectie van leven in Krsna-bewustzijn gegarandeerd."
(Bg., 18.57, purport)
"We moeten de echte goeroe benaderen [...] Dan is alles gegarandeerd."
(Srila Prabhupada Lezing, 11/7/76)
En Srila Prabhupada is deze gegarandeerde bonafide goeroe.
|
Srila Prabhupada stopt alle bluf |
Jayananda Dasa: "Toen de mensen van wie ons verteld werd dat ze goeroes waren, neervielen..."
TKS: "Ja, maar het is ook je plicht [...] Sastra zegt dat je de goeroe moet onderzoeken."
Jayananda Dasa: "Maar ik woonde in de tempel..."
TKS: "Daarom lijd je".
TKS stelt dat het iemands plicht is om een toekomstige goeroe te onderzoeken, in plaats van gewoon te aanvaarden welke goeroe dan ook aangeboden wordt door ISKCON tempels, anders zal men lijden als de goeroe niet bonafide blijkt te zijn.
De beste bron om te "onderzoeken" of een mogelijke goeroe bonafide is, is echter BTP en de andere literatuur van de IRM. Want het onderzoeken van vermeende goeroes is precies wat we doen. Zoals we in het hoofdartikel uitgelegd hebben, is er niemand anders die de ISKCON goeroes zo grondig onderzocht heeft als wij. We onderzoeken of de vermeende goeroe onzin uitkraamt en afwijkt van Srila Prabhupada. TKS stelt dat zulk onderzoek aanbevolen wordt door de sastra als iemands plicht om lijden te vermijden, en dus kan zulk "onderzoek" niet veroordeeld worden als zijnde "beledigend" of "sadhu-ninda", het vinden van fouten, enz. Daarom helpt de IRM iedereen om deze plicht van het onderzoeken van vermeende goeroes te vervullen en zo lijden te vermijden.
Dit is een perfect voorbeeld van de waarschuwing van de GBC verkozen goeroe ZH Sivarama Swami in het hoofdartikel, dat we niet zomaar moeten geloven dat wat een ISKCON-leider zegt de waarheid is! Hij moet veeleer op feiten gecontroleerd worden.